met ‘Netwerk in eclips’ van Samuel Vriezen. ‘Vrienden Het medium van het blog is niet langer zo opzienbarend als het was in 2006. Onder meer de opkomst van de sociale netwerken heeft de energie die er in blogdiscussies werd gestoken getemperd. Online discussie is ook niet meer zo opzienbarend als toen de ‘oude media’ voor het eerst notie van de ‘nieuwe’ begonnen te krijgen – niemand die nog opkijkt van een gros vuilbekkende halve fascisten onder een nieuwsbericht of opiniestuk. Dit boek is daarmee ook een requiem voor – een tijdperk is een te groot woord – een episode. De netwerkcultuur bestaat natuurlijk nog steeds,op het moment van schrijven grotendeels in handen van enkele bedrijven,waarvan Facebook het meest in het oog springt. Ze zal ongetwijfeld verder evolueren,en hopelijk enige democratiserende werking blijven houden – om niet te zeggen,heroveren op de macht van concerns en inlichtingendiensten. Maar de energie van de eerste jaren van het blowen in de Nederlandse literatuur is voorbij;dit boek is daar een uitloper van en herinnering aan. Het had niet kunnen bestaan zonder de vele vrienden en de enkele vijand die ik online heb ontmoet,en aan wie ik deze collectie in hoge mate dank.'(bladzijde 20) Wordt vervolgd. Nu verder met het verhaal ‘En deze spiegel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Ik wil u mijn tweelingbroer voorstellen. Als ik niet eerder over hem gesproken heb komt dat alleen doordat hij het tot nu best vond in mijn schaduw te leven. Hij eet niet erg veel. Nu hij in het volle daglicht gaat treden wil ik hem graag de helpende hand bieden. Misschien moet ik zeggen ‘herrijzen’ als een schaduw uit de nacht,want deze broer is in feite lang voor mij in Urbos aangekomen en hij heeft hier nog een netwerk van vrienden die mij onbekend zijn.’ (bladzijde 85) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘In de loop van de woorden’;’de opzegstilte van je mond’. Ja,ja.