met ‘Weerstandsbeleid (nieuwe kritiek)’ van Jeroen Mettes. ‘Ritme is in eerste instantie dus iets ‘natuurlijks’. Elke taaluiting neigt naar periodieke herhaling – meest fundamenteel in de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen – los van de semantiek. Een bekend voorbeeld van deze drang is de wijze waarop we luisteren naar een analoge klok. In wezen is het geluid een volstrekt regelmatige herhaling één en dezelfde toon:’…tik tik tik tik…’ Maar wij horen (subjectief) een minimaal metrum,een afwisseling van een intense en een minder intense toon:’Tik tok,tik tok,tik tok…’ Blijkbaar is ’theperception of rhythm […] a psychological need,the means whereby phenomena are made sense of,and sensory stimuli are absorbed as subjective percepts'(Clive Scott,23). Deze noodzaak is wellicht psychisch en subjectief,maar allerminst bewust en actief. Er is sprake van een onderbewust proces van passieve synthese:'[e]lle contracte les cas,les éléments,les ébranlements,les instants homogènes,et les fond dans une impression qualitative interne dún certain poids'(DR 70). Een samentrekking van elementen is een heffingsgroep,in de metrische poëzie bijvoorbeeld ‘TIK tok'(een trochee) of ’tok TIK'(een jambe). In de regel bestaat een heffingsgroep uit een heffing en zelden meer dan twee minder onbeklemtoonde lettergrepen,wat betekent dat een samentrekking per definitie asymmetrisch is. Pas door een intern verschil in intensiteit krijgt een samentrekking een bepaalde kwaliteit.'(bladzijde 283) Wordt vervolgd. Nu verder met het gedicht ‘In alle vroegte’ van Hans Tentije uit de bundel ‘Om en nabij’. ‘en vaag ruik ik,proef ik daarin ook/iets uit te dagen dat er geen tijd leek te bestaan,al bekroop me/soms een mistroostig/gevoel van fragiliteit,eindigheid -///terwijl ik wat heen-en-weergeloop op de trap hoor/van en naar het ontbijtbuffet een etage lager merk ik dat ik bijna versmelt/met deze zo verlaten ruimte,met lichtval/en vitrage,als in een na het ontwaken nog niet helemaal/vervlogen droom///waarvan de flarden,omsluierde resten/zich tot dit beeld kristalliseren,voor er iemand binnenkomt/die hier wil gaan dekken'(bladzijde 42) Dit was het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ het woord ‘zoetwaterhommen’. (bladzijde 54)