met ‘Vrijheid'(Proust,Bergson,Husserl,Sartre,Beauvoir)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘Vanaf de eerste bladzijden is duidelijk dat zij dezelfde begrippen en hetzelfde mensbeeld hanteert als Sartre – en dat is geen wonder,gezien hun hechte verbintenis en de nauwe samenspraak waarbinnen hun beider boeken tot stand komen. Vaak wordt die zinsnede vertaald als:’Je wordt niet als vrouw geboren,maar tot vrouw gemaakt.’ Zou die vertaling correct zijn,dan zou het een schoolvoorbeeld zijn van ‘kwade trouw’:de vrouw laat zich door iets anders (de man,de samenleving,de traditie) bepalen tot wat zij is. In werkelijkheid staat er:’Je komt niet ter wereld als vrouw,je wordt vrouw.’ Dat wil zeggen:vrouw-worden is een keuzeproces dat zowel authenticiteit als inauthenticiteit toelaat. Een vrouw wordt op een ‘eigenlijke0 manier wat zij is,doordat ze aan haar geslachtelijkheid de betekenis geeft die overeenstemt met haar eigen levensontwerp. Aan het maken van een keuze – en dus mijn verantwoordelijkheid daarvoor – ontkom ik niet,ook al zouden velen dat maar al te graag willen. Want iedere keuze legt voor mij aan de ene kant het feit bloot dat ik haar uiteindelijk niet kan verantwoorden. Geworteld in de vrijheid als ze is,is een keuze nooit volledig te beargumenteren – dan zou ze immers niet vrij meer zijn,maar een onontkoombaar gevolg van mijn ‘zijn’.'(bladzijde 240-241)Wordt vervolgd. Nu weer verder met een gedicht uit de reeks ‘Digitaal speeldoosje’ van Mark van Tongele uit de bundel ‘Gedichten’. ‘Huis in flanelletje. Licht/scharrel in veneus glas./Zon morst op tuin./Mijn hersen:een peluwtje/van Venitiaans lentemos./Een ribosoom taal./Baleinend oog:God./Ik gondel. Elke cel/sarcomeer van stilte,/linnen miniatuur.'(bladzijde 91) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Een bijzonder woord. Uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’ de woordgroep ‘en toen kwamen de kinderen als melk’.(bladzijde 227) Uit de bundel ‘