een paar gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘ik was de linde toegedaan maar eerde ook de beuk/en in min was ik met de eiken en ’t overspel/bracht mij naar de wilgen waar ik mij beknotte/toen zij hun kronen streken/maar in nam mij/de waardin/die achter ’t knotweer dranken dreef/zo gul van slok en in haar schenken onbedaarlijk/klonk zij als golfslag van een kribbende rivier/en ’t sloeg het bijlen van de bomen'(bladzijde 339) ‘een reinet bloost zeeuws/een reisstok ranonkelt/de krombonige aarde/ejaculeert in het zeel/grond stuitert druppels/ververst mens/heelal'(bladzijde 340) ‘het bloeien der bloemen/verheugt de dood///het bijlblad/dwarrelt niet///de stam/slecht hij'(bladzijde 341) ‘stradivariusvarens roeren hun woud aan///stromen in beekorgieën/klateren hellingen af///vraag niet naar hun verdriet/want zij zijn blijde///op wegen der violen varens vegen'(bladzijde 342) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd.