Weer verder met het essay ‘Een wak in het spreken’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Men kan dit probleem niet afdoende verklaren met termen uit de psychologie. Schizofrenie is een te klinisch begrip voor alles wat zich aan de transcendente noties heeft opgestapeld in die kloof, waaruit de moderne mens is gaan schreeuwen over wat achter, boven en ten slotte alleen maar in hemzelf kon liggen. Alles wat we proberen te definiëren in de literatuur aan de hand van een eindeloze allegorie die telkens weer de kern van ons bestaan wil treffen (en die hem mist, waardoor het spreken wel eindeloos moet worden), wordt door de kliniek op een medische noemer gebracht. Maar er is geen therapie denkbaar voor de gespletenheid van dichters als Lenz en Holderlin, die precies de poëtische sprakeloosheid moesten verkennen, haar moesten ondergaan als een noodzakelijk lot, iets wat hun inzicht verschafte in de grenzen van hun bestaan. Door haar wijsgerig karakter onttrekt hun mentale gespletenheid zich aan een klinische therapie.
Voor Lenz openbaart zijn schizofrenie zich uiteindelijk in de kloof tussen twee simpele woorden, die hij obsessioneel herhaalt: die tussen ‘consequent’, waarmee hij zijn eigen dwangmatige gedrag aanduidt, en ‘inconsequent’, waarmee hij het gedrag van mensen met gezond verstand aanduidt. Lenz wil zo consequent (dus zo gestoord) zijn dat de wereld voor hem onmogelijk wordt en alle betekenissen ophouden te bestaan: ‘Hij had de wereld doorzien en bemerkte bij zichzelf een bewegen en krioelen in de richting van een afgrond, waar een onverbiddelijke kracht hem heen sleurde. Hij wroette nu in zichzelf(…). De wereld die hij had willen dienen vertoonde een geweldige barst.’ Hij spreekt over hiëroglyfen die hij niet verklaart, jaagt met razende snelheid door zijn leven en ‘dan zei hij:”consequent, consequent”; maar als iemand iets zei: “inconsequent, inconsequent” ; het was de kloof van een niet te redden waanzin, een waanzin door de eeuwigheid,’ schrijft Buchner.’ (Bladzijde 20-21) Dit is fragment 11. Wordt vervolgd.