Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘De kater van de onoplosbare tragedie. Dat is het moment waarop het spreken van de moderne wereld stokt.
‘De oorlog is de moderne vorm van de tragedie’ (Jean-Paul Dolle).
‘Mind the Gap’ krijgt vorm. De tweede vrouw zal dus Klytaemnestra zijn. De vrouw die overspel pleegt om haar geofferde dochter Ifigeneia te wreken. Ook zij wacht – op de terugkeer van haar man. Maar niet als een Penelope; niets huiselijks aan haar. Ze wacht als de bitch die een rekening te vereffenen heeft. Tegelijk is deze schitterende, moorddadige feeks nog warm en lam van overspelige liefde, en is haar walg voor de man op wie ze wacht slechts het negatief van de affectie die ze ooit voor hem voelde. Ik zal haar elke huiselijkheid ontnemen, alle veiligheid, elk onderdanig soort van kuise trots, ik zal haar het armoedig perron van een grote stad op sleuren en haar laten vloeken op de man die ze verwacht. ‘Geil stond ik hem te haten.’
De derde zal Medea zijn – dat wat te erg voor woorden is. Ook hier: tegen elke domesticatiepoging van de hedendaagse inlevende cultuur. Tegen de historische romance. Spreken tussen de twee vormen van dood in. Ten slotte zal ik in een soort vaudeville de hele tragedie de lucht in jagen.
Het is letterlijk het spreken dat Antigone het leven kost. De daad die ze stelt is louter symbolisch – ze strooit wat zand over het lichaam van haar broer, eigenlijk begraven is hij niet. De ‘ate’, de liefde voor het noodlot zoals Antigone die voelt, komt alleen maar tot ontplooiing omdat ze haar mond niet houdt tegen Kreon.’ (Bladzijde 166-167) Dit is fragment 64. Wordt vervolgd.