Ze heeft daar bijna het stadium van moreel autisme bereikt. Maar bovenal toont ze de goden hoe corrupt ze zelf zijn met hun spelletjes van noodlot en schuld. Antigone wordt er de vrouw die de Grieken voor hun eigen theodicee plaatst en zegt: wat vinden jullie van een dergelijk zootje ongeregeld, dat zo sadistisch met ons speelt? Ik doe niet meer mee. Bekijk het maar. Er is geen tussenweg – je bent voor of tegen mij.
Het is, net zoals in Buchners Lenz, het punt waar het atheïsme het hoofdpersonage vastgrijpt en haar laat zeggen: ‘Consequent – inconsequent’. Antigone’s ‘nee’ is het atheïstisch moment van de Griekse tragedie.’
(Bladzijde 172) Dit is fragment 70. Wordt vervolgd.