Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Normale genealogieën laten horizontale en verticale verhoudingen zien. De schuine streep tussen moeder en zoon in deze stamboom, deze slash vormt een ‘schuine’ mop, de obscene verhouding, verbreekt de ‘rechtlijnige verhouding’ die de genealogie voorschrijft.
De slash is incestueus, hij combineert het horizontale (het intermenselijke) met het verticale (het goddelijke); hij is van vermengende in plaats van scheidende aard. De incest maakt tegendelen aan elkaar gelijk en heft hun oorspronkelijke betekenissen op. Het is de ontwrichting van de kosmogonie zelf. Deze slash, de schuine streep van de ‘schuine’ verhouding, is dan ook de aanwijzing voor een heel andere ‘streep’: de kloof van de archaïsche schande die door taboeseks aan de oppervlakte is gekomen. Het is het opheffen van de scheidende betekenis; de levengevende differentie wordt vervangen door de doodmakende, verstikkende identiteit. Vanaf dan is alles mogelijk, maar de uitkomst is gekend: de dood. Mind the gap – pas op voor deze kloof. Ze is ontstaan toen Laios de voeten van zijn eigen kind doorboorde (er een ‘slash’ in aanbracht die later een ‘gap’ werd). De ‘gap’ in de voet van Oedipus is het gat waardoor het hele geslacht van Labdakos verdwijnt.
Waarom zou zo’n Antigone nog sterk zijn in de hedendaagse betekenis? Ze is voorbij goed en kwaad; ze vertegenwoordigt de verwoestende onwrikbaarheid waarop de rede haar tanden breekt. Ze is de herinnering aan het ten onder gegane levensgevoel, dat ze niet benoemt, maar belichaamt. Omdat ze zo soeverein is, wordt ze de onhebbelijkheid in persoon. Ook letterlijk: she’s not to be had. Niemand zal haar bezitten. Ze is de Tegen-geborene, het verontrustende laatste beeld van wat het betekent om op zo’n manier trouw aan zichzelf te zijn. Wat is dit Zelf? Welke primitieve krachten hebben het uitgebroed? Er is een diepere drift in haar: het hele ‘schandelijke’ geslacht moet in de persoon van Polyneikes begraven worden. Niets ervan mag aan de oppervlakte blijven.’ (Bladzijde 196) Dit is fragment 95. Wordt vervolgd.