Weer verder met het essay ‘Ongeschreven wetten’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’.
‘Als men zich probeert in te denken wat het allemaal zou kunnen betekenen – een boot die uit het oosten komt met zangers, soldaten en een vrouw, een vreemde vrouw die een nieuw geslacht sticht en het zelf weer vernietigt, een man die een aan de pest lijdende stad wil bevrijden en die zelf jammerlijk ten onder gaat, een dochter die sterft voor een broer-soldaat – en men weet hoezeer de epische verdichting de eeuwen en de gebeurtenissen heeft samengedrukt – wat zit er allemaal aan werkelijke, nooit meer terug te vinden invasies, omwentelingen, catastrofes en natuurrampen achter al deze mythische verhalen?
Geschiedenis is er in gecodeerde vorm in aanwezig; hele Fenicische legers en generaties; invloeden en gevechten met stammen uit het noorden van Afrika, uit de regio’s van Georgie, Macedonië, Thracie. Hoeveel bloed en hoeveel jaren, hoeveel politiek en demografische drama’s betekent een verhaal over een paar mensen eigenlijk, in de herinnering van de gemeenschap die het verhaal als in estafette heeft doorgegeven tot iemand het opschreef? En waren die tragedieschrijvers zich nog daarvan bewust, van deze brede onderstroom, waardoor een figuur eigenlijk een verandering van een hele eeuw of zelfs meerdere eeuwen kon incarneren? Als we de Griekse tragedies zo lezen, wordt elk personage een aanwijzing voor een verzonken catastrofe met reusachtige proporties. Peter Sloterdijk zou het antroposofische-poetiek noemen. De Griekse tragische figuren lijken dan enorme zuilen, waarvan nog een laatste stukje uitsteekt boven het zand. Apocriefe schittering.
Het wreken van de misdaad, door de man begaan, is de heilige plicht van Klytaemnestra, zo zegt Bachofen in ‘Das Mutterrecht’. Het bloedigste van alle rechten is het ‘stoffliche Mutterrecht’ – voorbij het punt van wat gewoonlijk als misdaad geldt. Dat gaat ook op voor Medea. Terwijl Apollo voortdurend van schuld probeert vrij te spreken, woedt de wraakgodin Nemesis bloeddorstig.’ (Bladzijde 208-209) Dit is fragment 107. Wordt vervolgd.
Ik ben nog steeds bezig met het project ‘Ondertiteling’ dat hoort bij mijn werk aan de Hommages. Ik maak voor mijn leeshelden een Hommage. Ik dompel mij onder in hun werk door o.a. bijzondere teksten over te schrijven. Dat is het ultieme langzame lezen. Je komt heel dichtbij. Zie bij www.willembroens.nl wat mijn hommages zijn.
Ik werk nu o.a. aan Stefan Hertmans, Holderlin, Verhelst, Perec, Herzberg.