Weer verder met ‘Gedichten van Friedrich Hölderlin’
vertaald door Ad den Besten.
Verder met
‘De enige
Mijn meester en heer!
o gij, mijn leraar!
hoe zijt ge zo verre mij
gebleven? en toen
ik onder de ouden navroeg bij
de helden en bij
de goden, waarom toch bleeft
gij uit? En nu is vol
van droefheid mijn ziel,
als waart naijvrig gij, hemelsen, zelf,
zodat ik, als ik de ene dien,
de andre moet missen.’
(Bladzijde 331) Dit is gedicht 70. Morgen verder met dit gedicht ‘De enige’.