Weer verder met ‘Hölderlin, biografie van een mysterieuze
dichter’ van Rüdiger Safranski.
Verder met
Hoofdstuk 3
‘Met die revolutie ontstond niet alleen in Frankrijk bijna van het ene
moment op het andere een nieuw begrip van
politiek. Politiek, tot dan toe een specialiteit van het hof, kan vanaf dat
moment worden gezien als een onderneming
die een beroep deed op het hart: een enorme breuk met het verleden. De vragen
naar de zin van het leven, tot dan
toe het terrein van het geloof en eventueel de filosofie, werden nu gericht aan
de politiek; een secularisering die de
zogenaamde laatste vragen veranderde in maatschappelijk-politieke: vrijheid,
gelijkheid, broederschap waren politieke
leuzen die hun religieuze herkomst amper konden ontkennen, reden waarom
Robespierre ook een eredienst van de
politieke rede liet ensceneren. Daar past de aanduiding ‘onzichtbare kerk’
bij, die de drie vrienden aan hun club gaven.
De gebeurtenissen van 1789 veranderden de visie op het verloop van de
geschiedenis. Historische geschiedenissen
werden plotseling De Geschiedenis, en ze kwam dichterbij, dreigend of
veelbelovend, voor Hölderlin veelbelovend. Maar
in zijn brieven aan zijn moeder en zijn zus, die de gebeurtenissen meer als een
bedreiging zagen, gaf hij slechts in bedekte
termen te kennen dat hij er revolutionaire sympathieën op na hield.’
(Bladzijde 50-51) Morgen verder met dit hoofdstuk 3.