met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Kunst is wellicht een van de grootste prestaties van de westerse beschaving,wat betekent dat dat een onderscheidend kenmerk is van de kunst die begon in Italië en werd voortgezet in Duitsland,Frankrijk,Nederland en elders,zoals in Amerika. Maar dat is geen teken van kunst op zich. Alleen datgene dat bij alle kunst hoort,hoort ook bij kunst als Kunst. Als mensen werk niet begrijpen,vragen ze vaak:’is dit wel kunst?’ Nu moet ik zeggen dat er een verschil is tussen kunst zijn en weten of iets kunst is. Ontologie is de studie van wat het betekent iets te zijn. Maar weten of iets kunst is hoort bij epistemologie – kennisleer – ,ofschoon die in de kunsttheorie kennerschap wordt genoemd. Dit boek is voornamelijk bedoeld als bijdrage aan de ontologie van Kunst,met een hoofdletter om aan te duiden dat de term breed van toepassing is:eigenlijk op alles wat de leden van de kunstwereld de moeite waard vinden om in de grote encyclopedische musea tentoon te stellen en te bestuderen. De meeste oudgedienden van ‘Art History 101′ zullen de informatie onderschrijven dat Picasso’s ‘Demoiselles’ een vroeg kubistisch meesterwerk is,met als onderwerp vijf prostituees in een bekend bordeel van Barcelona genoemd naar de Avignonstraat,waar het was gevestigd. De afmeting ervan – 244 bij 233 centimeter – is op de schaal van een oorlogsschilderij,wat een revolutionaire boodschap suggereert die met trots wordt uitgedragen.’ (bladzijde 18-19) Wordt vervolgd. Nu het vervolg van het verhaaltje ‘Het genie’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘De koningin was uiterst vriendelijk,at mee met Wenzel die conform zijn toestand niet eens een fatsoenlijke stropdas droeg,informeerde naar zijn werken en proostte met hem:dat alles met een onschuldige tedere gratie die uitgesproken karakteristiek voor haar was. Het genie was voor het eerst in zijn woest verscheurde leven volmaakt gelukkig,want zie:ook genieën hebben vaak dat gevoelige,overigens zeer menselijke vermogen gelukkig te zijn.Wenzel bracht bij het tafelgesprek onder andere naar voren dat hij van plan was morgen of overmorgen de wereld omver te werpen.’ (bladzijde 10) Wordt vervolgd.