Weer verder met het essay ‘Het zwijgen van de tragedie’ van Stefan Hertmans uit de bundel ‘Het zwijgen van de tragedie’. ‘De Vlaamse filosoof Marc De Kesel reageerde hierop door op te merken dat de zogenaamd ‘bevrijdende’ lach van het publiek in feite zou neerkomen op verdringing van de traumatische kracht van de gebeurtenis. De poging om in de tragedie de ironie te laten zien – de dramatische techniek bij uitstek van onze tijd – lokt niet noodzakelijk de kritische impuls uit die men ervan verwacht. De in de lach schietende toeschouwer is, zo merkt De Ketel op, veeleer iemand die door de lach opnieuw zijn ‘subject herstelt’, zichzelf wel in de greep probeert te krijgen en zo de kans verijdelt om werkelijk te kijken in de angstwekkende kloof waarmee de tragedie hem opzadelt: het inzicht dat geen enkele wet ons kan beschermen tegen de eindeloosheid van het verlangen om voor de anderen werkelijk te bestaan.’ (Bladzijde 271-272) Dit is fragment 2. Wordt vervolgd.