Weer verder met ‘De mooiste van Friedrich Hölderlin’
‘Vredesviering
Ik vraag deze bladzij slechts welwillend te lezen. Op die manier zal ze niet
onbegrijpelijk en nog minder ergerlijk zijn. Zouden sommigen het taalgebruik toch
nog niet conventioneel genoeg vinden, dan moet ik hun bekennen: ik kan niet
anders. Op een mooie dag is zo ongeveer iedere manier van zingen te horen en de
natuur, waar het vandaan komt, neemt het ook terug.
Schrijver dezes is van plan het publiek een hele reeks dergelijke bladzijden voor
te leggen en deze is bedoeld als een soort voorproef.
Van hemelse, in de stille weggalmende,
Van rustig zwervende tonen vol
En verlucht is de lang geleden gebouwde
De zalig vertrouwde zaal; boven groene tapijten geurt
De wolk van vreugde en in de wijde omtrek,
Vol rijp fruit en goudomkranste kelken staan te glanzen
Zorgzaam geordend, een prachtige rij,
Opzij, hier en daar verheven boven de
Geëffende vloer, de tafels.
Want komend van ver, hebben
Hier, op het avonduur,
Liefderijke gasten afgesproken.
En met troebele ogen meen ik reeds
Na de zware dagtaak glimlachend,
Hemzelf te zien, de vorst van het feest.
Zelfs wanneer gij uw buitenland graag reeds verloochent,’
(Bladzijde 79. Dit is gedicht 13, er volgen nog 5 bladzijden.