met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Maar door ze aan te wijzen word je nog niet veel wijzer. Je moet ze ook als kunstwerken aan de orde stellen. Je moet ze behandelen zoals een criticus dat zou doen. Je moet een open mind hebben,in plaats van een open concept. De Stable Gallery was gevestigd op de begane grond van een chic witstenen herenhuis,met in het halletje zwartwitte marmeren tegels en een ronde trap met een glanzend koperen balustrade. De galerie was naar links,achter een statige deur van gelakt mahoniehout. Het was er volslagen anders dan in de echte stal waarin de galerie oorspronkelijk was gevestigd en waar de naam vandaan kwam. Het was echt een van de mooiste galeries van New York. Maar als je binnenkwam,had je het gevoel verkeerd te zijn. Het zag eruit als het magazijn van een supermarkt. Alle meubilair was weggehaald en er stonden alleen maar rijen kartonnen dozen,keurig opgestapeld – Brillo, Kellog’s.Del Monte,Heinz,enzovoorts. Enthousiaste bezoekers die in de galerie een doos hadden gekocht,trokken buiten op straat de aandacht met hun aankoop. De dozen leken zoveel op de originele commerciële verpakkingen als Andy en zijn assistenten dat voor elkaar kregen. Ze werden in opdracht van Andy op een timmerwerkplaats gemaakt. Foto’s van de echte dozen werden als etiketten op de gefabriceerde dozen gesjabloneerd,die zo eigenlijk driedimensionale foto’s werden,aldus Warhols assistent Gerard Malanga. Op een incidentele druppel na zagen zijn dozen er precies zo uit als de echte dozen,die in het geval van Brillo door James Harvey waren ontworpen,in feite een abstract expressionist van de tweede generatie.’ (bladzijde 53-54) Wordt vervolgd. Nu het vervolg van het verhaal ‘In de tram’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘Overigens heb je nu misschien een sigaret gerold en die uiterst zorgvuldig in je geoefende mond gestoken. Met zo’n geval tussen je lippen is het niet mogelijk helemaal troosteloos te zijn,ook al zou je ziel van smart verscheurd zijn. Maar is dat hier het geval? Geenszins. Je probeerde alleen maar snel de betovering te beschrijven die zo’n rokend wit ding jaar in jaar uit op het menselijk gemoed vermag uit te oefenen. En wat doe je nu? Onze tram heeft zich weer in beweging gezet. In de straten waar je doorheen glijdt,regent het,en dat is opnieuw een genoegen. Het is bepaalde mensen verschrikkelijk aangenaam te zien dat het regent en tegelijk te kunnen voelen dat je zelf niet nat wordt. Het beeld dat een grauwe,natte straat oplevert,heeft iets troostrijks en dromerigs,en zo sta je daar nu op het achterbalkon van de knarsende en voortbrommende tram en kijkt recht voor je uit.’ (bladzijde 28-29) Wordt vervolgd.