met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘God liet de rest als mislukt knoeiwerk verdrinken. Dus wat betekent het dat Michelangelo’s verhaal eindigt met een stomdronken Noach,naakt naast een wijnvat op de grond? Dronkenschap was op zich niet zondig,behalve dat het ertoe leidde dat Noach zich te kijk zette,en daarmee anderen blootstelde aan het gevaar van het zien van zijn naakte lichaam – een gevaar waar Noachs zonen op reageren door hem te bedekken. Naaktheid betekent natuurlijk vooral de ontbloting van de genitaliën,hetgeen een verpletterende en zelfs vandaag de dag nog verkeerd begrepen betekenis kan hebben,en het is een interessante vraag of die zal verdwijnen,aangezien mannelijk naakt in vooraanzicht op het toneel en in de film steeds gewoner wordt. Dat maakt het voor ons zeker moeilijker om de verpletterende uitwerking te begrijpen die het in Genesis had,aangezien Cham,de zoon die,weliswaar per ongeluk,zijn vaders penis ziet,weet dat hij daarvoor een vreselijke prijs moet betalen:de andere twee zonen staan hun vader bij enen met afgewende ogen halen ze Noachs mantel,niet om zijn naakte lichaam maar het symbool en de essentie van zijn macht te bedekken:’Daarop namen Sem en Jafet een mantel,legden die over hun schouders,liepen achteruit,en bedekten het naakte lichaam van hun vader,met afgewend gelaat,zodat zij hem niet naakt zagen'(Genesis 9:23). Gelukkig voor hen vervloekte Noach Cham:’de knecht van zijn broers zal hij zijn,de minste van alle knechten'(Genesis 9:25).'(bladzijde 94-95) Wordt vervolgd. Nu weer het vervolg van het verhaal ‘Helblings geschiedenis’ van Robert Walser uit de bundel ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’. ‘Zou het een soort ziekte zijn zich voortdurend,zoals ik doe,met zulke vragen bezig te houden? In ieder geval is het niet helemaal normaal. Vandaag ben ik weer tien minuten te laat op de bank gekomen. Ik kom er niet meer toe stipt op tijd aan te treden zoals anderen. Ik zou eigenlijk helemaal alleen op de wereld moeten zijn,ik,Helbling,en verder geen enkel ander levend wezen. Geen zon,geen cultuur,ik naakt op een hoge steen,geen storm,niet eens een golf,geen water,geen wind,geen straten,geen banken,geen geld,geen tijd en geen adem. Ik zou dan in ieder geval geen angst meer hebben.Geen angst meer en geen vragen,en ik zou ook niet meer te laat komen. Dan kon ik fantaseren dat ik in bed lag,eeuwig in bed. Dat zou misschien het prettigst zijn!’ (bladzijde 46) Dit was het verhaal ‘Helblings geschiedenis’ van Robert Walser.