met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Voor zover ik weet heeft niemand anders de verschuiving van de traditionele naar de modernistische afbeelding in deze bewoordingen beschreven,noch zou iemand anders het aan Manet hebben toegeschreven het modernisme op deze manier te zijn begonnen,maar ik vind het een bijzonder verhelderende benadering,hoezeer ik op andere vlakken ook met Greenberg van mening verschil. Voor mij is de vraag wat de verklaring is voor Manets nieuwe opvatting van de schilderruimte,en ik denk dat het antwoord luidt:het effect van fotografie,volgens de meeste mensen de echt revolutionaire uitvinding in de geschiedenis van de representatieve technologie in de moderne tijd. Greenberg is beroemd om zijn uitspraak dat het bepalende kenmerk van de schilderkunst vlakheid is,waarmee hij eigenlijk de denkbeeldige ruimte ontkent die een noodzakelijke voorwaarde was voor de geweldige,creatieve prestaties in de schilderkunst ‘van Giotto tot Courbet’. Deze constatering,hoe discutabel ook,bracht Greenberg op het idee dat het modernisme bij Manet was begonnen. Om deze twee gedachten bij elkaar te brengen in een oorzakelijk verband moet worden erkend dat fotografie een invloedrijke rol speelde in de transformatie van traditionele naar moderne kunst. Wat was er immers moderner dan de fotografische camera,die de beelden kon vast- leggen die tot dan toe kortstondig en vluchtig waren geweest,zoals in de camera obscura? De camera maakte diepte korter – ‘bracht de achtergrond naar voren’- en platte vormen af,voornamelijk denk ik omdat de lenzen in die tijd vaak telescopisch waren,waardoor dingen er op de foto dichter bij elkaar uitzagen dan het blote oog zou zien – bijna boven op elkaar zelfs.'(bladzijde 138-139) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘ZEI ZE///Apparaten die alles zichtbaar maken/een ziekte,nooit aan geleden/verscheen op de beeldschermen.///Ik zag dat een mens een boom is/en dat mijn groen niet meer/tot aan de toppen van mijn nerven reikt///ik dacht aan mijn kind/voor wie ik een huis ben/onverwoestbaar///Dezelfde dag,zei ze,in het land/waar ik vandaan kom/in een hoog en woest gebied///werd een stad ontdekt/bedekt onder lagen lianen en gras/een complete stad en nog steeds in paniek.'(bladzijde 2390 Wordt vervolgd.