met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘5 Kant en kunst Hoewel ‘Kritiek van het oordeelsvermogen’ van Immanuel Kant onbetwist de belangrijkste tekst uit de Verlichting over de esthetische waarden van die tijd is,door de wijze waarop smaak en de beoordeling van schoonheid erin worden behandeld,lijkt het om die reden weinig te zeggen over hedendaagse kunst,waarin goede smaak optioneel is,slechte smaak artistiek acceptabel en ‘kalliphobia’ – aversie of zelfs haat tegen schoonheid – op zijn minst wordt gerespecteerd. Clement Greenberg noemde Kants boek ‘de meest bevredigende basis voor esthetica die we tot nu toe hebben’. Dat kan zo zijn geweest voor modernistische kunst,maar het modernisme als stijlperiode eindigde ongeveer in de vroege jaren zestig van de vorige eeuw en de grote kunststromingen die daarna kwamen – Fluxus,popart,minimalisme en conceptuele kunst,om niet te spreken van alle kunst die is gemaakt na wat ik het einde van de kunst heb genoemd – lijken buiten het bereik te vallen van Greenberg,laat staan van Kant.'(bladzijde 147-148) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘GEESTGRONDEN//4//In de verbrande pan liggen/ontbladerde geraamtes door elkaar/een zacht kraken als ik tussen hen ga liggen/de stugge gebaren lees waarmee zij eens/de wind door bossen dirigeerden//Ik druk mijn oor tegen de grond/en zwijg me terug naar hem die/zijn woorden leerde scheren met licht -/jonge nietige grassprieten ontspruiten nog steeds/uit zijn zich onderaards vertakkend gedicht//Ik klim uit de pan,blijf bij de bosrand staan/boven mijn hoofd trekt een branding voorbij/gedragen door levende takken bruist zij/naar de laatste duinenrij,slaat over en/grijpt her en der kraaien,drukt ze plat op het strand.//Zo ver het oog reikt kratten,half begraven in het zand/als kisten die de grond uit willen,plastic lappen/wapperend in de wind,losgeslagen latten-/een drum rolt over het strand,raakt een paal/en staart met al zijn blik de branding in//Op een wad vergaderen meeuwen,strandlopers/gaan met kleintjes koffie rond,kraaien proberen/iets op te vangen maar worden weggejaagd-/als ik langskom volgt in eenparig krijsen/gevleugeld hun besluit:hij leeft!'(bladzijde 258-259) Wordt vervolgd.