met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Zijn stijl was classicistisch en stond in die zin in scherp contrast met de barokke stijl die zo enthousiast door zijn rivaal Lanfranco gehanteerd werd. De afbrokkeling van zijn reputatie in de negentiende eeuw was bijna volledig te wijten aan John Ruskin,de Hilton Kramer van zijn tijd in termen van felle kritiek,die erop was gebrand de Italiaanse School te reduceren om plaats te maken voor moderne schilders,in zijn gelijknamige boek. Ik heb het vermoeden dat Henry James zijn mening over Domenichino heeft laten vormen door ‘Modern Painters’ en niet door langdurige kritische beschouwingen. In zijn geringschattende oordeel over Domenichino schreef Ruskin dat het zeventiende-eeuwse schilders ontbrak aan oprechtheid,en dat de School van Bologna stoelde op eclecticisme. Dit was een historische misvatting:de Bolognezen waren juist trots op hun ‘eclecticisme’,wat namelijk betekende dat ze van alle stijlen het beste namen. Er was nog een reden voor de rivaliteit tussen Domenichino en Lanfranco – of eigenlijk tussen het classicisme en de barok:Lanfranco beschuldigde zijn rivaal van plagiaat,in het bijzonder op zijn vermeende meesterwerk,en hij betichtte Domenichino ervan het idee van hun leraar Agostino Carracci te hebben gestolen. Luigi Lanzi,een tijdgenoot en bewonderaar van Domenichino,schreef dat die niet zo geweldig was in het bedenken van onderwerpen als in de andere onderdelen van de schilderkunst,en om die reden vaak iets van anderen overnam,zelfs van de minder bekende. Hij was dus een imitator – maar geen slaafse. Hij stal Carracci’s idee,maar niet de manier waarop hij het vormgaf.’ (bladzijde 151-152) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Bernlef uit ‘Voorgoed’. ‘GEESTGRONDEN//8//Als jij.Je staat jezelf in de weg/terwijl de avond niet valt maar voorzichtig neergelaten wordt/als netten met steeds fijnere mazen//Alles sluit zich en je keert je af/om nachtzicht te ontwikkelen//Je kruipt dicht tegen haar aan en sluit je ogen/daarachter begint het gloren,beginnen geestgronden/in vervoering te spreken.'(bladzijde 261-261) Wordt vervolgd.