met het boek van Arthur C. Danto ‘Wat kunst is’. ‘Wat overbleef was een min of meer neutrale methode van analyse die,als iemand daarin geïnteresseerd zou zijn geweest,had kunnen worden toegepast op de belangrijkste elementen van ’theorie’,zoals Derrida’s beroemde stelling dat ‘il n’y a pas de hors-texte’ of Foucaults opvallende idee over ‘épistèmès’,die staan voor historische perioden. Feminisme in de filosofie werd het terrein van de analytische filosofie,in plaats van een radicale uitdaging aan de filosofie als zijnde onacceptabel mannelijk – en als het klopt dat er manieren van weten bestaan die inherent vrouwelijk zijn,is dat misschien in de discussie geslopen zonder de vraag aan de orde te stellen of zo’n beladen standpunt kan worden besproken op een manier die openstaat voor zowel mannen als vrouwen. De meeste vrouwelijke filosofen zijn tegenwoordig feministen die het volgens mij niet nodig vinden om de aard van de discipline grondig te veranderen. Anderzijds is het opvallend dat het standaard voornaamwoord voor de derde persoon in de vakbladen vrouwelijk is geworden,tenzij het onderwerp met naam wordt genoemd. Behalve in de bloeitijd van het Duitse idealisme wordt de esthetica doorgaans beschouwd als een enigszins ondergeschikte subdiscipline van filosofie en de thematiek niet als belangrijk genoeg voor de discipline filosofie om andere filosofen dan specialisten aanleiding te geven zich er bijzonder voor te interesseren. Een bezinning van de esthetica zou op de filosofie zoals die tegenwoordig wordt benaderd in tegenstelling tot op de kunstgeschiedenis dus weinig of geen invloed hebben.'(bladzijde 177-178) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Sybren Polet uit ‘Geboorte-Stad’. ‘DEMOKRATIE//3//In het boek van uranium/ben ik een onzichtbare radio.//Ik zit in mijn radio/als een indiaan in zijn kiwa.//De zon is mijn impresario,/mijn god is een hoogtezon.//Ik ben mijn eigen elektricien,/ik ben mijn eigen continuum.//Levend vnl. op spiritueel helium,/is 100 Volt mijn maximum//aan spanning. Ik-kontakt. Ik/nihileer mij,ontsta,//in eerste chemische verfijning/een ontwikkelde protozo,later//een vis van wil:ik lig op het droge,/in coma.onderwerp van uw elektrolyse;//niezend ontwaak ik,ik zie,zie/u;ik ruik aan uw adem van tetra.//-Dank u mevrouw,het gaat even beter.//Dan richt ik mij op,aap,ik,speenwitte zombie,/soldaat,kunstmier,die niet op of omziet.//Reeds tevreden met (eenachtste)in het kwadraat leven/dicht ik mij langzaam in leven.//De Geest heeft de geest gegeven./het Woord heeft zijn woord gegeven.'(bladzijde 74-75) Wordt vervolgd.