met het boek van Peter Henk Steenhuis en René Gude ‘door het beeld door het woord’. ‘Je rol opeisen,om in toneeltermen te blijven,en je vervolgens niet weg laten poetsen. Daar is een soort moed voor nodig. Iedereen die het aandurft om zich dienstbaar op te stellen,kan erop rekenen dat er naar “curriculum vitae” en intenties geïnformeerd wordt. Als de samenleving vraagt: “Wat stuur je op ons af? Wat bedoel je eigenlijk?”,dan kan de kunstenaar naar Woorden zoeken,zich letterlijk verantwoorden,hoe godvergeten moeilijk dat ook is. Dat lukt niet door nog een schilderij omhoog te houden. Daar moeten Woorden tegenaan.’ Dat zijn een hoop imperatieven op een rij. ‘Ja,ik denk dat het gesprek over kunst de laatste decennia erg geleden heeft onder het idee dat kunst zich verre moet houden van de samenleving,omdat iedereen zich in de totale verwarring na de Tweede wereldoorlog terecht afvroeg hoe het zo verschrikkelijk mis heeft kunnen gaan. Degenen die meenden dat kunst na Auschwitz niet meer mogelijk was,constateerden dat de kunsten de diepe terugval terugval in beschaving niet hadden tegengehouden en dus in zekere zin al dan niet opzettelijk hebben gefaciliteerd. De burgerlijke cultuur als geheel werd verdacht,en als je dat doortrekt,betekent dat niet minder dan dat we de opdrachtkunstenaar Rembrandt medeverantwoordelijk moeten houden voor de vergassing van het Joodse bruidje.'(bladzijde 325) Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘De windvanger’. Verder met het gedicht ‘VOOR MOEDER’. ‘hij is gestorven zoals de bril vol ogen van het nachttafeltje viel,/hij is gestorven en een paar vadem diep gaan bloeien,/bloesemtakken vol sterrenstelsels,graven vol zoetigheid – en jij,/ik ben samen met jou opgegroeid,/altijd als ik aan je denk dan zie ik vlechten en een bril,/een schort vol bloemen en een groene zonnehoed,/ik weet niet of je lacht of huilt – ‘kletskoek!’-en ik ruik/de warme zee-genaakbare aarde en kruidnagelen en kaneel en bloemen-/waar je ook loopt of rondscharrelt zijn woorden en bloemen:/leeuwebekjes,kalkoentjes,ridderspoor,rozen,zwaardlelies,bereklauw,/'(bladzijde 182) Wordt vervolgd. Het gedicht is nog niet af.