met ‘Megalomanie voor beginners,protocollen’. Uit ‘Nergensman’ van P.F. Thomése. ‘Dat is iets anders dan de stijlsensaties c.q. taalbetoveringen die ik onderging. Een greep: Vladimir Nabokov,Louis-Ferdinand Celine,Louis Paul Boon,Willem Frederik Hermans,Hermann Broch,Bruno Schulz,Danilo Kis(Kinderjaren,Tuin,as),Maurice Gilliams,Robert Walser(Jacob von Gunten). Veel aan gehad tijdens het schrijven. De snelle,goedkope jongens natuurlijk:Charles Bukowski,Hunter S.Thompson,Kinky Friedman. Maar ook de precieze stilisten van de ‘Hollandse school’:Nescio,A.Alberts,Gerrit Krol,Tonnus Oosterhoff. Doe het maar eens na. De heldere formulering,helder als een raadsel. In tweede instantie schieten mij weer andere namen te binnen:Kafka (de korte verhalen),Witold Gombrowicz,Gerard Reve,Bohumil Hrabal(Al te luide eenzaamheid,Ik heb de koning van Engeland bediend) – de goed georganiseerde paranoia. Voor dit boek heb ik overigens niet aan hen gedacht. Aan wie wel? Walter Benjamin,’Einbahnstrasse’. Roland Barthes par Roland Barthes,Ernst Bloch,’Spuren’. Maar ook :Harry Mulisch,’Voer voor psychologen’.'(Bladzijde 45) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Klotsen over je stoel’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘Geen bloed. Probeer het door te spoelen. Gaat niet – drijft lui op grijsgroen oppervlak als zieke goudvis tussen afval. Je denkt:dit kan mij niet overkomen. Je denkt;als dit een droom was zou er zeker een idioot komen aanzetten met een Freudiaanse verklaring. Rits dicht. Geen bloed. Maar gewoon naar plaats terug zonder spier te vertrekken.Gedachte dwarrelt door hoofd:straks zal een onvoorbereide passagier het wel op een schreeuw zetten in het toilet.'(Bladzijde 21) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af.