met ‘Rizoom,een inleiding’ van Deleuze en Guattari. ‘Er wordt geschiedenis geschreven,maar altijd vanuit het gezichtspunt van mensen met een vaste woon- of verblijfplaats en uit naam van een Staatsapparaat dat naar eenheid streeft,dat was althans zo toen er over nomaden gesproken werd. Rizomatiek=Nomadologie. Toen was er evenwel ook sprake van grote en zonderlinge successen. Denk bijvoorbeeld eens aan de kinderkruistochten:aan het boek van Marcel Schwob dat de verhalen verveelvoudigt als evenzovele plateaus met variabele dimensies. Of LES PORTES DU PARADIS van Andrzejewski dat uit een enkele onafgebroken zin bestaat,een kinderstroom,een stampvoetende,langgerekte en voortijlende voetstappenstroom,een tekenstroom van kinderbiechten die aan de oude monnik vooraan in de stoet worden geopenbaard,een stroom van verlangen en seksualiteit,allen zijn vertrokken uit liefde en worden min of meer rechtstreeks geleid door het duistere,postume en pederastische verlangen met convergentiecirkels van de graaf van Vendome – het is niet belangrijk of het daarbij om ‘Een of vele’ stromen gaat,daar houden we ons niet meer mee bezig:er is een collectieve uiting,er is een mechanisch verband van verlangen,het ene in het andere,een dat via takken verbonden is met een wonderbaarlijk buiten dat op allerlei manieren een veelheid vormt.’ (bladzijde 46) Wordt vervolgd. Nu weer verder met het verhaal ‘Broer’ van Breyten Breytenbach uit de bundel ‘Alles één paard’. ‘J,Jagger Mick. K,Ka’afir,Koff. L. M,mompel Mfowethu,ik weet zeker dat die vent niet helemaal blank was,een infiltrant van de andere kant,daar zit een slippertje van de voorouders echte. N,Nessuno Jan. O. P,Paard. Q. Q,Queen. R,Redman Charlie Truespeak. S. T. U. V,Verhaal. W daar gaan we. Watsenaam.'(bladzijde 77-78) Wordt vervolgd. Het verhaal is nog niet af. Een bijzonder woord. Uit de ‘groothandel in letterleermiddelen’ van Mark van Tongele;’regenboogkleurpotloden,dobbelwoordbouw’. En we gaan door.