met ‘Tweeslachtigheid'(Kant,Augustinus,Rousseau)van Ger Groot uit het boek ‘De geest uit de fles'(Hoe de moderne mens werd wie hij is). ‘De gelegenheidsgroep Crosby,Stills en Nash bezong dit rousseauiaanse levensgevoel op een tekst van Joni Mitchell in de titelsong van de film:’We are stradust,we are golden/We are billion year old carbon/And we got tot get ourselves back to /the garden.’En naar die ‘garden’ kwamen ze in groten getale: ‘By the time we got to Woodstock/We were half a million strong/And everywhere was a song and a/celebration’ Aan de Amerikaanse westkust had Scott McKensie,bij een ander popfestival,daarvoor al de opmaat gegeven: ‘If you’re going to San Francisco/be sure to wear some flowers in your hair.’ En ook deze beweging was diep overtuigd van Rousseau’s gedachte dat de mens in wezen goed is,en van die goedheid slechts gescheiden werd door een wezensvreemde cultuur die hem van zichzelf vervreemdde. De zangeres Melanie zong haar boodschap ‘Beautiful People’ zo vals als een kraai,maar liet niet na diepe indruk te maken met haar bezwering dat wij allemaal ‘beautiful people’ zijn en er slechts een open geest voor nodig is om een einde te maken aan alle eenzaamheid.'(bladzijde 103-104)Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van H.C. ten Berge uit de bundel ‘Poolsneeuw’. Titel ‘Aan zee I’. ‘Haar schoot schelp van slaap/En mijn hand als een dief drentelt/Rond zacht rumoer in het bekken./Het ruisen verstuift in zijn palm///Dan opent de schelp zich,als dieplood/De vrouw in haar schede beroert///De nacht drijft en wier dringt verstrikt/In het halfrond van slaap.'(bladzijde 22) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd. Nu weer een gedicht van Lucebert uit de bundel ‘Lucebert verzamelde gedichten’. Titel ‘fragment:louteringsbergen’. ‘2/stationswachtkamers schaars verlicht/’s nachts hospitalen zonder medische contrôle/kousbroek wou boeken de tienduizend/hunchbacks der lichtstad///het menslijk bestaan/homo – humus/louterings uitwas?/er op staan te vergaan/voor de loupe verloren///in geen portaal gereinigd/duisternis dorstig/droog is de lichtbron/grond is vergaan'(bladzijde 447)