een paar gedichten van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘oogst van ’t al/de wind waait tepelstrak/de takken geven morse/aan het seinduet///bron van de overkant en/tepelwel/schenk uw gave/aan de zielsdijbeminde///tak rukt aan ’t denken/moment begeert hen///en zij wentelen/teer/zien in de ogen/gloed van/krankzinnige vaart/waarin de tepelkwel/hunkert///nevel werpt het verre weg/zij tollen in nu/spannen de boog/breken af///mors/de wind'(bladzijde 219) ‘wij menen in het donker rond te dwalen/zien alleen maar hand voor ogen/die het al bedekt/en wensen ons de handen afgeworpen/opdat wij niets meer kunnen vatten/en het licht de val doordringt./gevat in ’t montuur van onze ogen/ligt beton als lens gereed./verte heeft dichtbij bedrogen/wij zijn niets dan steen in blinde muur/voor het zieltogen'(bladzijde 220) Dit zijn de gdichten. Wordt vervolgd.