een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘bewassing en beddegoed slaan elkaar om de oren./de stapels leggen zich neer op de waranda’s/het lege lijf hunkert naar bevrediging,/de bevrediging./de tijdelijkheid van de bevrediging doet/het lichaam zwellen tot nieuwe noodzaak,/want zo is het in de zaal van het lichaam,de geest./diepe dorst/zweeft boven de bekeren,monden behuiveren proef./zuchtmatrassen ontvangen de lijven,/de smachting kantelt wanen tot vleselijk voelen./schenk uw gerustheid een schok./verdonker uw biggen,schenk uw maling uit./teel./tel uw oortjes./ga te loor.'(bladzijde 304) Dit is het gedicht. Wordt vervolgd.