een gedicht van b.zwaal uit de bundel ‘zeesnede’ gedichten 1984-2019. ‘neemt droefheid in/het strand/en lost het schip zich/onbevaren/dan loogt een zijden zandenbank/haar boegbeeldoog van scherpe tuur///een zeebloem/waaruit een mooie sterke traan/het water stimuleert te wadden en te slikken///zij belooft maatschappelijk wanty af/te rukken van het verse zand,zij wendt/des stevens tuur,ach meisje,brand je niet/de jonge borsten aan het vuur van zouten hartstocht,/lief tepeldier,hier is het vocht van schuine stromen/langs takken in de dodenvlie ten geulen heengezonden///het schunnigt u,o zee van sleep en ree/beloken kant van rokvertier en strandbelanding///bid mij het doornbos uit de schelfzee vrij'(bladzijde 380)EN toch nog een gedicht. ‘ontkleedt de boom zich,dan kent zij geen/welving,maar fantaseert haar///de aderslag in de handpalm/opent de dijslag///een jaratelle/springt los aan de vlierbeek///bossen bespreken/de stammen///in het woud/gaat de wind om'(bladzijde 382) Dit zijn de gedichten. Wordt vervolgd.