Celan; ‘HOORRESTEN,ZIENRESTEN in/slaapzaal duizendeneen,//nachtdagelijks/de berenpolka://ze scholen je om,//jij wordt weer/hij.’ (Uit Lichtzwang,1970) Zaterdag 26-10-13;Paul Celan; ‘TWINTIG VOOR ALTIJD/vervluchtigde sleutelburchtbloemen/in je zwemmende linker-/vuist.//In de vis-/schub geetst;/de handlijnen waaruit/ze gegroeid zijn.//Hemel- en aard-/zuur vloeiden ineen./De jaar-/telling ging op zonder rest. Kruising/-terwille van jou,snelle weemoed-/van visschub en vuist.’ (Uit Atemwende,1967)
een gedicht van Paul Celan
een gedicht van Paul Celan. Uit ‘De Gids’ van 1976 nummer 5/6, vertaald door Peter Nijmeijer. ‘EEN BLAD,boomloos,/voor Bertold Brecht:// Wat zijn dat voor tijden/waarin een gesprek/bijna een misdaad is/omdat het ook nog zoveel behelst/wat gezegd is?’ (uit ‘Schneepart’,1971) Verder met Merleau-Ponty ‘Oog en geest’. ‘Het denken van de wetenschap-dit denken in vogelvlucht,dit denken van…
een gedicht van Celan
een gedicht van Celan. Uit ‘De Gids’ van 1976 en vertaald door Peter Nijmeijer. IK HOOR DE BIJL HEEFT GEBLOEID,/ ik hoor de plek is niet noembaar.// ik hoor het brood dat hem aankijkt/heeft de gehangene,/het brood dat de vrouw voor hem bakte,// ik hoor ze noemen het leven/onze enige toevlucht.’ (uit Schneepart,1971) Nu weer…
naar Berlijn voor een paar dagen
naar Berlijn voor een paar dagen.Nu alleen Paul Celan; ‘WINDGERECHT// Tafelwand,grau,mit dem Nachtfries./Felder,windgerecht,Raute bei Raute,/schriftleer,/Leuchtassel klettert vorbei.// Gesänge:/Augenstimmen,im Chor,/lesen sich wund./(Ungewesen und Da,/beides zumal,geht durch die Herzen.)// Später:/Schneewuchs durch alle Gehäuse,frei/ein einziges Feld,/das ein Lichtschein beziffert:die Stimmen.// Die Stimmen:/windgerecht,herznah,/brandbestattet.'(Uit;’Sprachgitter’) (bladzijde 101 uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann.)
een gedicht van Paul Celan;nog even
een gedicht van Paul Celan;nog even. EIN TAG UND NOCH EINER// Föhniges Du. Die Stille/flog uns voraus,ein zweites,/deutliches Leben.// Ich gewann,ich verlor,wir glaubten/an düstere Wunder,der Ast,/rasch an den Himmel geschrieben,trug uns,wuchs/durchs ziehende Weiss in die Mondbahn,ein Morgen/sprang ins Gestern hinauf,wir holten,/zerstoben,den Leuchter,ich stürzte/alles in niemandes Hand.’ (bladzijde 105 uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und…
nog steeds eerst een gedicht van Paul Celan
nog steeds eerst een gedicht van Paul Celan. Ik ben al een tijd met hem bezig. Het hoort zo. Uit ‘Sprachgitter’; ‘EIN TAG UND NOCH EINER’// Föhniges Du.Die Stille/flog uns voraus,ein zweites,/deutliches Leben.// Ich gewann,ich verlor,wir glaubten/an düstere Wunder,der Ast,/rasch an den Himmel geschrieben,trug uns,wuchs/durchs ziehende Weiss in die Mondbahn,ein Morgen/sprang ins Gestern hinauf,wir holten,/zerstoben,den…
een gedicht van Paul Celan
een gedicht van Paul Celan. Mijn hommagecollage voor Celan is misschien wel af. Foto volgt.Uit ‘Sprachgitter’. ‘EINE HAND// Der Tisch,aus Stundenholz,mit/dem Reisgericht und den Wein./Es wird/geschwiegen,gegessen,getrunken.// Eine Hand,die ich küsste,/leuchter den Mündern.’ (bladzijde 106 uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann.) En nu verder met het voorwoord van Claude Lefort bij…
een gedicht van Paul Celan
een gedicht van Paul Celan. Uit ‘Sprachgitter’. ‘EIN AUGE,OFFEN// Stunden,maifarben,kühl./Das nicht mehr zu Nennende,heiss,/hörbar im Mund.// Niemandes Stimme,wieder.// Schmerzende Augapfeltiefe;/das Lid/steht nicht im Wege,die Wimper/zählt nicht,was eintritt.// Die Träne,halb,/die schärfere Linse,beweglich,/holt dir die Bilder. (bladzijde 109 uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann) Verder met het voorwoord van Claude Lefort bij…
een gedicht van Paul Celan
een gedicht van Paul Celan. Uit ‘Sprachgitter. ‘DIE WELT,zu uns/in die leere Stunde getreten:// Zwei/Baumschäfte,schwarz,/unverzweigt,ohne/Knoten./In der Düsenspur,schärfrandig,das/eine frei-/stehende Hochblatt.// Auch wir hier,im Leeren,/stehn bei den Fahnen.’ (bladzijde 110 uit Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann.) Verder met het voorwoord van Claude Lefort bij ‘Oog en geest’ van Merleau-Ponty. ‘Hier bevrijdt de…
nog een gedicht van Paul Celan
nog een gedicht van Paul Celan. Uit ‘Sprachgitter’ het volgende gedicht. ‘EIN HOLZSTERN,blau,/aus kleinen Rauten gebaut. Heute,von/der jüngsten unserer Hände.// Das Wort,während/du Salz aus der Nacht fällst,der Blick/wieder die Windgalle sucht:// -Ein Stern,tu ihn,/tu den Stern in die Nacht.// (-In meine,in/meine.)’ (bladzijde 111 uit ‘Paul Celan Die Gedichte’. Herausgegeben und kommentiert von Barbara Wiedemann.) En…